De auto beschikt over meerdere vormen van verlichting die afwisselend worden gebruikt.
Parkeerlichten: Kleine, zeer energiezuinige lampjes aan zowel de voor- als achterzijde van de auto. Ze zorgen ervoor dat je zichtbaar bent wanneer je in het donker parkeert.
Bij sommige auto's is het mogelijk om de parkeerlichten alleen aan de linker- of rechterzijde in te schakelen om nog meer energie te besparen. Dit is belangrijk omdat er tijdens het parkeren geen stroom wordt gegenereerd. Als je dimlicht zou gebruiken, zou de accu snel leeg raken en kan de auto niet meer starten.
Stadsverlichting: Functioneert als parkeerverlichting, hoewel sommige auto's extra parkeerlichten hebben.
Dagrijlicht: Een luxere versie van stads- of parkeerverlichting, meestal uitgevoerd met LED-verlichting.
Dimlichten: Dit zijn de standaardlampen die je gebruikt om te zien waar je rijdt in normale rijomstandigheden.
Grootlichten: Dit zijn de felste lampen die je hebt. Gebruik ze alleen in het donker en wanneer er geen tegemoetkomend verkeer of andere weggebruikers met spiegels in de buurt zijn, omdat deze lampen sterk kunnen verblinden.
Mistlichten:
Voorzijde: Twee lampen die laag en schuin schijnen om de berm zichtbaar te maken bij mistige weersomstandigheden.
Achterzijde: Een felle rode lamp om de auto zichtbaar te maken voor achterliggend verkeer tijdens mist.
Bediening:
Buitenste draaiknop: Uit, automatisch, parkeerlicht, dimlicht.
Ring: Mistlicht.
Naar voren (van je af) duwen: Grootlicht.
Naar je toe trekken: Seinen.
![]() |
||
![]() |
||
![]() |
||
![]() |
||
![]() |
||
![]() |
||
![]() |
||
![]() |
||
![]() |