Doelen
Algemeen:

Sociaal rijgedrag:
Je rijgedrag is gericht op het opvangen van fouten van anderen, het rekening houden met zwakkere verkeersdeelnemers en het helpen van het overige verkeer op een manier die de doorstroming bevordert.

Defensief rijgedrag:
Je rijgedrag is zodanig dat je in staat bent om fouten van andere weggebruikers op te vangen.

Besluitvaardig rijgedrag:
Je rijgedrag is zodanig dat het voor andere weggebruikers direct duidelijk is wat jouw plan is.

Milieubewust rijgedrag:
Je rijgedrag is gericht op het minimaliseren van brandstofverbruik tijdens het rijden van punt A naar punt B, zonder onnodige hinder voor de verkeersdoorstroming.

Omschrijving volgens het CBR

  1. Je beheersing van de auto
  2. Kijkgedrag
  3. Of je goed voorrang verleent
  4. Inhalen
  5. In- en uitvoegen
  6. Rijden op kruispunten en rotondes
  7. Bijzondere verrichtingen

Competenties

Herken de verkeerssituatie op tijd.
Kijk ver vooruit om op veranderingen in de weg te kunnen anticiperen.

Opbouwen van een verkeersbeeld.
Weet waar het verkeer zich om je heen bevindt en anticipeer op hun gedrag.

Correct observeren.
Neem de verkeerssituatie zodanig waar dat al het niet-zichtbare verkeer zichtbaar wordt.

Kiezen van de juiste positie op de weg.
Het is cruciaal om op de juiste plaats op de weg en/of rijbaan te rijden, zoals rechts bij kruispunten en zijstraten, en op de juiste voorsorteerstrook.

Samenwerken met ander verkeer.
Als er onvoldoende ruimte is voor al het verkeer, communiceer dan met seinen wie er eerst mag gaan. Het is belangrijk om vooraf te weten waar er ruimte is om elkaar te passeren.

Anticiperen en vlot doorstromen.
Als er een mogelijkheid is om door te rijden, maak er dan gebruik van. In druk verkeer is het handig om gas los te laten of zachtjes te remmen om andere voertuigen de ruimte te geven om in te voegen of af te slaan.

Beheersing van het voertuig.
Schakel op het juiste moment naar de juiste versnelling en voltooi je handelingen voordat je bij de verkeerssituatie bent.

Regelen van voorrang.
Zorg ervoor dat het voor andere weggebruikers duidelijk is dat je de voorrangsregels kent. Als je voorrang moet verlenen, stop dan op een normale manier. Bij haaientanden kun je meestal doorrijden, maar bij een stopstreep moet je volledig stoppen.