Ontgrendeling vanuit de auto. Trek aan de ontgrendelingshendel. De motorkap zal iets omhoog springen.
	Druk de veiligheidshaak naar boven en til de motorkap op.
	De motorkap kan worden opengehouden door de steun in de opening van de kap te plaatsen.

1:Steun motorkap

2: Koelvloeistof
Expansievat van de koelvloeistof. Koelvloeistof neemt de warmte op die vrijkomt bij de ontbranding in de motor en voert deze vervolgens af naar de radiateur. In de radiateur wordt de koelvloeistof afgekoeld en vervolgens weer terug geleid naar de motor. Op het dashboard kan je de temperatuur aflezen van de koelvloeistof en dus van de motor. Koelvloeistof bestaat voor 51,5% uit water, 46% glycol en 2,5% additieven. Controleer voor de winter of er de juiste sterkte in zit i.v.m. bevriezing van het systeem. Let op! Alleen openmaken wanneer de motor is afgekoeld.

3:Ruitenwisservloeistof
Reservoir van de ruitenwisservloeistof. Ruitenwisservloeistof bestaat gemiddeld voor 50% uit water en 50% uit Isopropyl alcohol. Zoals je ziet zijn het beide 50/50 vloeistoffen van water en antivries, alleen is het antivries middel anders waardoor deze niet door elkaar heen gebruikt kunnen worden. Er is meestal geen indicator aanwezig die de hoeveelheid weergeeft, controleer deze regelmatig. Zeker in de winter omdat er dan door opspattende sneeuw en pekel snel slecht zicht ontstaat.

4:Motorolie
Bijvuldop.
Er zijn meerdere soorten motorolie. Half synthetisch, Mineraal, Monograde, vol synthetisch en vol synthetisch voor een motor met roetfilter. Voor de meeste auto’s geldt dat elk type erin kan, of je nu op diesel, LPG of benzine rijd. De standaard is 5W40, je kan er een duurdere in doen maar dat heeft nauwelijks rendement, wel vaak nadelen omdat een dunnere, meer vloeibare olie mee kan verbranden in de cilinders waardoor deze wordt verbruikt.

5:Pijlstok
Trek de pijlstok uit de schacht en veeg hem schoon, steek hem volledig terug en trek hem er weer uit. Kijk of het oliepijl zich tussen het minimum en maximum bevindt. Doe deze test bij een afgekoelde motor zodat alle aanwezige olie naar de bodem is gevloeid. Hierdoor krijg je een optimale meting. Let op! Te veel is net zo slecht als te weinig! Vul hem dus in delen bij en controleer tussendoor hoeveel er in zit.

6:Dynamo
Produceert stroom voor de accu.

7:Luchtfilter
Zorgt voor een schone en stofvrije toevoer van lucht voor de motor.
Deze is gemakkelijk zelf te vervangen.

8:Accu (rood=”+”)
De auto heeft stroom nodig om te functioneren, o.a. voor de verlichting om aan te kunnen geven dat je gaat afslaan of remmen. Ook de computer van de motor heeft stroom nodig. Deze stroom wordt ter plekke opgewekt door de dynamo en wordt opgeslagen in de accu. De accu levert dan stroom wanneer de motor niet draait, b.v. wanneer je wilt starten, daar is ook veel energie voor nodig.
Let op! De hele auto is min en er gaat maar 1 “+” draad naar de onderdelen. Houd hier rekening mee wanneer je b.v. startkabels gebruikt

9:Zekeringenkast (1van2)
In de auto zijn meestal meerdere zekeringskastjes aanwezig, in dit kastje zit een “grijpertje” waarmee je ze kunt verwisselen. Het nummer dat op de zekeringen staat geeft de weerstand aan waarbij deze wegsmeld. De nummers zijn universeel. Je kan overal een doosje kopen en deze gebruiken. Er zijn maar 3 maten, mini, normaal en maxi die makkelijk van elkaar te onderscheiden zijn.

10:Veiligheidsslot

11:Remvloeistof
Reservoir van de remvloeistof. De remmen werken niet met kabels maar zijn hydraulisch, d.w.z. dat het werkt d.m.v. een vloeistof die door zuigers wordt verplaatst. Bij het intrappen van de rem, druk je een cilinder in, deze perst vloeistof naar de remcilinder die vervolgens uitschuift. Om dit systeem goed te kunnen laten werken mogen er geen luchtbellen in de leidingen zitten omdat je lucht wel kan samenpersen en vloeistoffen niet.
Het reservoir zorgt er voor dat er altijd voldoende vloeistof aanwezig is en de eventuele aanwezige lucht kan ontsnappen.
Let op! het is een gesloten systeem en hoeft dus nooit bijgevuld te worden.

all rights reserved to Team-rijopleiding